Zondag 17 juni en maandag 18 juni. (O.a.Burendag)
18 juni 2018 - Compiègne, Frankrijk
Jullie zullen nog even gelduld moeten hebben. Ik kwam om 19.00 in het hotel aan in St Quentin; toen douchen, spullen zoeken die altijd onderin de tas zitten, eten, “administratie” etc. Kortom veel te druk. En nu is t alweer 23.00, dus tijd om naar bed te gaan; de 120 km van vandaag zijn nog steeds geen fluitje van een cent.
De titel is alvast de cliffhanger voor het volgende verslagje.
Ik merk dat het nu al lastig wordt om te onthouden wat ik gisteren deed; niet dat er nu zoveel gebeurt onderweg, maar van gisterenmorgen tot nu (maandagavond) heb ik wel weer 200 km afgelegd. En nu zit ik in Compiegne in een refuge van het St. Jacob genootschap. En gisterochtend zat ik dus nog op de camping in Tournay. Hoofdzakelijk voor campers, maar het seizoen is duidelijk nog niet begonnen. Dus het was er erg rustig. Ik bofte, want ik kon beslag leggen op de enig plek waar ook een picknick tafel stond. En dat is bijzonder handig als je eerst al je fietsassen moet legen voordat je iets kunt vinden. Bovendien was het een wel erg ruime plek voor een 1 persoons trekkerstentje.
Voor de tweede keer in heel korte tijd realiseerde ik me dat het misschien toch ook wel practisch zou zijn geweest als ik een paar cm korter was. Ik paste precies, maar dan ook precies in het tentje wat ik nu voor de eerste keer gebruikte. De voeten tegen de achterkant en het hoofd tegen de voorkant. En als ik de rits open deed, lag ik mooi naar de sterren te kijken, als die er geweest zouden zijn, wat dus niet het geval was.
Gelukkig best goed geslapen, al bleek er een kinderboerderij naast de camping te liggen, waar de beesten echte nachtbrakets bleken te zijn, want het bleef nog lang onrustig buiten. Bovendien weet ik vrijwel zeker dat er snachts zelfs ook nog vuurwerk is afgestoken.
De volgende morgen met lege maag vertrokken, met het idee om bij een bakker wat te kopen. Maar in de gehuchten waar ik doorkwam bleek de lokale middenstand al lang geleden te zijn vertrokken. Dus maar een energiereep gegeten die ik van huis had meegenomen. Even later kwam ik zowaar mijn “buren” uit Riel tegen. Zij zaten wat te eten langs de kant; later bleek dit toch bij een bakkertje te zijn die ik dus niet gezien had. Uiteindelijk had ik de hoop eigenlijk al opgegeven, omdat ik net een groot bos in fietste, toen daar opeens een cafeetje stond. En wie schets mijn verbazing; niemand die mijn verbazing wil schetsen? Dan zal ik het zelf moeten doen (Fons Jansen Driemaal Andermaal, 1970 ( altijd je bronnen vermelden, want er zijn inteligentere mensen dan ik die hier behoorlijk mee onderuit gegaan zijn door dit niet te doen). Daar kwamen opeens mijn “buren” uit Riel aanfietsen. Ik had hen dus al eerder ontmoet op het Bels Lijntje bij Alphen toen ik net was vertrokken, maar hen eigenlijk nog niet gesproken. Zij stopten ook en toen hebben we gezellig zitten praten. Zij volgen dezelfde roude naar Zuid Frankrijk, maar niet naar SdC, want dat hadden ze een paar jaar geleden al gedaan. En ze vertelden dat ze er toen 22 dagen over hadden gedaan. Ik viel bijna van mijn stoel, want ik had de indruk dat de 32 dagen die mij voor ogen stonden al scherp gecalculeerd waren, Nou, ik ben benieuwd. En zo ben ik Piet en Lena, mijn “buren” uit Riel nog diverse keren tegen gekomen die dag. Een leuke ervaring. In Cambrai aangekomen was het noodzaak om een stempel te bemachtigen voor mijn uiteindelijke “getuigschrift”. Exhibit A (ee) zogezegd als bewijsstuk voor de hedendaagse discipelen van Sint Jacob die moeten beoordelen of ik aan alle eisen heb voldaan, om uberhaupt in aanmerking te komen voor dat felbegeerde papiertje. Die stempel uiteindelijk kunnen bemachtigen bij de lokale Office du Tourisme en toen door naar St. Quentin, waardoor ik enige voorsprong op mijn oorspronkelijke schema zou opbouwen. Die 22 dagen zaten me natuurlijk niet echt lekker. Uiteindelijk was ik om 19.00 u in het hotelletje wat ik geboekt had. ‘s Avonds in het hotel nog een tijdje gezellig gesproken met Emily van de Water, die dezelfde route volgt, dus die zal ik nog wel vaker spreken. Leuk om naar haar verhalen te luisteren en mijn ervaring met haar te delen. Dat maakt deze “camino” ook wel bijzonder omdat het iedere dag weer verrassend en dus heel leuk is.
Maandag 18 juni was eigenlijk toch weer een andersoort dag. ‘s Morgens lichte regen, maar gelukkig niet hinderlijk. De rest van de dag lekker doorgefietst via Noyon naar Compiegne. Het meest opvallende was echter dat ik vandaag geen enkele fietser ben tegengekomen. In Compiegne had ik besloten te overnachten in de gite van het St Jacobsgenootschap. Heel verrassend, want het is een zaaltje onder een kerk waar alleen een vrijwilliger is van 18.00-19.00 en daarna ben je vrij om te doen wat je wilt. Een slaapzaaltje met 10 bedden, complete keuken met diverse etenswaren, douche en alles wat je nodig hebt. En dat voor € 10,- plus vrijwillige bijdrage voor wat je gebruikt. Er bleek nog slechts een andere persoon te zijn, een jonge Amerikaan die op de fiets door Frankrijk trekt. Gezellig met hem gesproken totdat hij naar bed ging en ik dit verslag voor jullie schrijf (geen straf hoor,) Nu nog even nakijken waar ik morgen eigenlijk naar toe ga en dan gauw naar bed. Bedankt voor al jullie reacties , ik ben er heel blij mee. Sorry dat ik niet alle vragen kan beantwoorden maar ik kom gewoon tijd tekort. Misschien kom ik er later nog aan toe.
120km is een flinke afstand ook, meer dan wat je gemiddeld dagelijks moet doen toch?
Leuk dit te lezen.
Heel veel succes en geniet ervan.
Vandaag moet je dan door Compiègne neem ik aan. Normaal de startplaats van Parijs Roubaix. Ik hoop dat ze je geen kasseien voorschotelen.
We gaan je verslag volgen. Mooie start en er al aardig wat kilometers opzitten. Geniet ze.
Hans
Welke route neem je ?
Ik mis nog wel een paar leuke foto's ... groet van Rolf, Lisette, Jas, Joch en Juul
Ik wens je de komende tijd veel avonturen (groot en klein) toe en even zo veel anekdotes. Ik volg je op de voet.
Groet Jos.